Onderzoek Mantingerzand
Het Mantingerzand wordt gekenmerkt door een afwisseling van venen, vennen, heide, jeneverbesstruwelen en stuifzand. In het gebied worden verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijkheden voor herstel en herinrichting van het landschap. Er wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de verjonging van de jeneverbes en herstel van de vennen en veentjes.
Verjonging jeneverbes
De verjonging van jeneverbes verloopt in heel Nederland moeizaam. Zo ook in het Mantingerzand. Doordat er nu vrijwel alleen maar oude struiken staan, dreigt een natuurtype te verdwijnen. Het is nog onduidelijk wat de oorzaak hiervan is. De Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt in hoeverre in het verleden uitgevoerde beheersmaatregelen effect hebben gehad op de verjonging en of herhaling of intensivering van deze maatregelen mogelijk tot verdere vergroting van het oppervlak jeneverbesstruweel kan leiden. Het onderzoek wordt in 2021 afgerond.
Historische vennen en veentjes
Er wordt ook onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor herstel van (historische) vennen en veentjes in en rondom het Mantingerzand. Hierbij wordt gekeken naar de lokale situatie wat betreft afwatering, vegetatie en vooral ook naar de bodemopbouw. Op basis van de opbouw van de bodem is goed te bepalen of er sprake is van schijn-grondwaterspiegels (bijvoorbeeld als er slecht doorlatende lagen als gliede of keileem voorkomen ondiep in de ondergrond), of dat een ven of veentje juist in contact staat met het in de omgeving heersende grondwaterpeil. Op basis van deze inventarisatie wordt advies gegeven of een duurzaam herstel van een vennetje of veentje mogelijk is en op welke manier dit kan worden uitgevoerd.